Als je gefascineerd bent door de klank van de beiaard en misschien wel eens met een beiaardier mee bent gegaan op de toren, zul je wel kunnen bedenken of het je wat lijkt om muziek te gaan maken op de klokken. Misschien ben je al musicus: voor een organist of pianist kan de stap naar de beiaard een hele vanzelfsprekende zijn. Maar ook als je nog aan het begin van een conservatoriumstudie staat, is de beiaard het overwegen waard.
Het bespelen van de beiaard is een spel van uitersten. Hoog in een toren maakt de beiaardier muziek die voor iedereen te horen is. Iedere bespeling is dus meteen een concert, voor een groot publiek. Maar dat publiek is niet alleen groot, het is ook heel divers. Je moet dus kunnen afwisselen en een breed repertoire hebben. Een ‘gewone’ plaats als beiaardier betekent immers dat je tussen de 50 en 100 concerten per jaar geeft. Je moet dus liefst breed geïnteresseerd zijn in allerlei muziekstijlen.
Maar, is er wel voldoende werk na de studie? Hoe mooi je ook speelt, als je geen podium hebt, kan je beiaardspel in feite niet bestaan. Niemand speelt alleen op een studieklavier! Een antwoord daarop is niet gemakkelijk te geven. In Nederland zijn ruim 180 beiaarden en zelfs als je de beiaarden waar niet of nauwelijks gespeeld wordt niet meetelt, is er toch een aanzienlijke werkgelegenheid. Die werkgelegenheid zal in de toekomst waarschijnlijk niet snel afnemen, sterker nog, het is te verwachten dat binnen nu en tien jaar een aantal beiaardiers met pensioen zal gaan. Voor goede beiaardiers zal er werk blijven.